Huurcontracten
De wet onderscheidt vier soorten huur:
- woonruimte
Deze categorie spreekt voor zich.
- bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW
Deze categorie ziet kort gezegd op winkels, horeca of kampeerbedrijven.
- bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW
Dit is een restcategorie, doorgaans omschreven als “overige bedrijfsruimte”.
- overig
Denk hierbij aan verhuur van roerende zaken en onbebouwde grond.
De wet biedt een ruime mate van bescherming aan huurders, waarbij huurders van woonruimte en 7:290-bedrijfsruimte (categorieën 1 en 2) de meeste bescherming toekomt. Een deel van deze bescherming betreft (semi-) dwingend recht. Dat betekent dat als daar in de huurovereenkomst – zonder goedkeuring van de kantonrechter – van wordt afgeweken, de huurder die afwijkende bepalingen kan vernietigen.
De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) heeft modelcontracten en bijhorende algemene voorwaarden opgesteld voor de eerste drie categorieën en die voorzien van een toelichting:
Huurcontract Woonruimte
Handleiding huurovereenkomst woonruimte
Huurcontract 7:290-bedrijfsruimte
Huurcontract 7:230a-bedrijfsruimte
ROZ
Deze Raad voor Onroerende Zaken is een platform voor professionele partijen in het vastgoed; partijen die eigenaarsbelangen vertegenwoordigen, vastgoed ontwikkelen en/of realiseren, bemiddelen bij de verhuur van vastgoed of professionele diensten leveren aan deze partijen. De ROZ-modellen zijn daarom veelal afgestemd op de belangen van verhuurders.
Als die mogelijkheid er is, doen huurders er goed aan om enkele aanpassingen op de algemene voorwaarden te bedingen, met name ten aanzien van bepalingen ten aanzien van (verdeling van) aansprakelijkheid en betaling van de huur.