Raad van State: schending regels vakantieverhuur niet bewezen

Gepubliceerd op 17-11-2018 — Geschreven door Stefan Dalmolen

Op 14 november 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van Staat weer een nieuwe uitspraak gedaan over de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen bij overtreding van de regels voor toeristenverhuur via onder meer Airbnb.

De Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening

Op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet is het verboden om zonder vergunning een woning te onttrekken van de woningvoorraad. Daarvan is sprake bij verhuur aan toeristen. De gemeente Amsterdam heeft in de Huisvestingsverordening bepaald dat een boete kan worden opgelegd bij woningonttrekking. In geval van vakantieverhuur gaat de gemeente daartoe over als niet aan de eisen is voldaan die zijn genoemd in dit bericht. Die eisen zijn onder meer dat een verhuurder zelf hoofdbewoner moet zijn en de woning maximaal 60 dagen per jaar verhuurt (per 1 januari 2019: 30 dagen).

Wel of geen hoofdbewoners

In de zaak waar de Raad van State uitspraak moest doen, ging het om de vraag of de verhuurders hoofdbewoners waren. Twee verhuurders hadden plannen om te gaan samenwonen in een andere woning en hadden beide hun eigen woning verhuurd aan toeristen. De gemeente heeft naar deze situatie een onderzoek ingesteld en heeft een bezoek gebracht aan beide woningen. De toeristen die op dat moment aanwezig waren, zijn ondervraagd en die hebben onder meer verklaard dat de meeste aanwezige spullen van hunzelf waren. Persoonlijke spullen van de verhuurders werden niet aangetroffen. Daaruit leidde de gemeente af dat de verhuurders zelf niet meer in de woning woonachtig waren en dus geen hoofdbewoner waren. De gemeente heeft een bestuurlijke boete opgelegd van ieder EUR 12.000,-.

Bewijslast bij de gemeente

Na een bezwaarprocedure volgde beroep bij de Rechtbank. Deze was het met de gemeente eens en hield de boetes in stand. In hoger beroep bij de Raad van State voerden de bewoners aan dat zij nog wel degelijk in de woningen hun hoofdbewoning hadden. Zij stonden ook op de betreffende adressen ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Persoonlijke spullen hadden zij opgeborgen, omdat dat gebruikelijk is bij verhuur aan toeristen. De Raad van State stelde vast dat de bewijslast in een situatie als deze op de gemeente rust.

Bestuurlijke boete vernietigd

De gemeente was alleen afgegaan op de verklaringen van de toeristen en had zelf niet uitgezocht of er bijvoorbeeld afgesloten kasten of ruimtes waren waar persoonlijke spullen opgeborgen zouden kunnen zijn. Dat was reden voor de Raad van State om te oordelen dat de gemeente niet genoeg had bewezen dat er inderdaad geen sprake meer was van hoofdbewoning. De Raad van State heeft het hoger beroep dus gegrond verklaard en de boetes vernietigd.

Advocaat bestuursrecht

Wordt u ook geconfronteerd met een boete of wilt u juist weten hoe dat moet worden voorkomen? Dan kunt u contact opnemen met een advocaat bestuursrecht van Delta Advocaten. Wij kunnen vrijblijvend een snelle inschatting maken. Daarna stemmen wij met u af hoe de zaak zal worden behandeld. U kunt met ons contact opnemen door het invullen van onderstaand contactformulier. Bellen of mailen naar [email protected] kan natuurlijk ook.

 

Contactformulier

 

 

Wilt u juridisch advies?

Bel of mail gerust voor een kennismakingsgesprek.

+31 20-2442325 [email protected]