Matiging van een contractuele boete

Gepubliceerd op 18-11-2018 — Geschreven door Stefan Dalmolen

In veel standaardcontracten is een boete opgenomen voor het geval een van beide partijen zich niet aan de contractvoorwaarden houdt. In het onroerend goed is een boete vrijwel altijd gebruikelijk bij de aan- en verkoop van een woning. In de modelovereenkomst van de NVM is een boete van 3 promille van de koopsom opgenomen met een maximum van 10% van de koopsom. Het is echter niet altijd zo dat die boete bij iedere tekortkoming geïnd mag worden. Dat volgt nog maar eens uit een uitspraak van de Hoge Raad van 2 november 2018.

Samenwerkingsovereenkomst

In deze uitspraak ging het om een makelaar die deel uitmaakte van een exclusieve marketingformule, Qualis. Hiervoor was deze makelaar een samenwerking aangegaan met de rechthebbende van deze formule. Deze samenwerking gaf hem onder meer het recht om het beeldmerk van Qualis te gebruiken in zijn uitingen. In 2011 werd de samenwerking beëindigd en de makelaar hield op met het gebruik van de formule. Hij vergat echter een schildje te verwijderen dat op de gevel van zijn kantoorpand was aangebracht. Dit schildje is te zien op de website van Qualis. In de overeenkomst was een boete opgenomen ter hoogte van EUR 2.500,- per dag voor ieder gebruik van het beeldmerk na afloop van de overeenkomst.

Tekortkoming van de overeenkomst

In 2014 kwam de rechthebbende erachter dat het schildje nog steeds op de gevel van de makelaar te zien was. Hij riep de boete in en de zaak kwam bij de Rechtbank. Die stelde vast dat de makelaar inderdaad in strijd met de overeenkomst had gehandeld, maar wees de boete af. De rechter maakte daarbij gebruik van haar matigingsbevoegdheid. Deze staat in artikel 6:94 BW.

Matiging van de boete

In hoger beroep bij het Gerechtshof is deze uitspraak bekrachtigd. Onder verwijzing naar het Intrahof/Bart Smit-arrest stelt het Hof vast dat de maatstaf voor het matigen van een boete is dat daarvan pas gebruik mag worden gemaakt als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt.

Boete voor uiteenlopende handelingen

Het Hof stelt vast dat de boete is gesteld voor uiteenlopende handelingen en dus niet specifiek ziet op het schildje. Dat schildje nam bovendien een ondergeschikte plaats in; dat bleek wel uit het feit dat het er drie jaar heeft gezeten zonder dat het iemand opviel. Als sprake is van een boete die staat op uiteenlopende handelingen, dan is er vaak reden om van de matigingsbevoegdheid gebruik te maken indien de overtreding ondergeschikt is. Bovendien was er in het geheel geen schade geleden door de rechthebbende. De Hoge Raad is het met het Hof eens en laat de uitspraak in stand.

Hoofdregel bij matiging boete

Kortom, de hoofdregel is dat matiging van een boete alleen mag als de toepassing van die boete leidt tot een buitensporig resultaat. Er mag dus niet te snel worden gematigd. Daarvan is eerder sprake als er een boete is gesteld op een veelheid van uiteenlopende handeling. Dat is ook in de modelkoopovereenkomst van de NVM het geval, aangezien er niet wordt gedifferentieerd naar de aard van de overtreding.

Advocaat koop

Heeft u vragen over de toepasselijkheid van een boetebeding? Of wilt u juist advies om te voorkomen dat een boete verschuldigd raakt? Neemt u dan contact op met een advocaat koop van Delta Advocaten. U kunt het contactformulier hieronder invullen, maar natuurlijk ook bellen of mailen naar [email protected].

 

 

Wilt u juridisch advies?

Bel of mail gerust voor een kennismakingsgesprek.

+31 20-2442325 [email protected]