Advocaat verhuur Amsterdam
Veel juridische geschillen gaan over de huur en verhuur van onroerend goed. Naast de algemene regels die gelden voor het aangaan en uitvoeren van overeenkomst, kent het huurrecht veel verschillende specifieke bepalingen.
Verhuur van woonruimte en bedrijfsruimte
Daarbij is het van belang een onderscheid te maken tussen het soort verhuur. Veel van de regels voor verhuur van woonruimte zijn dwingend voorgeschreven; het is dus niet mogelijk daarvan af te wijken. Ook bij verhuur van bedrijfsruimte gelden specifieke bepalingen, voornamelijk wanneer het object van verhuur een zogenoemde winkelruimte betreft. Daaronder vallen niet alleen winkels, maar ook bijvoorbeeld hotels en restaurants.
290-bedrijfsruimte en 230a-bedrijfsruimte
Dit volgt uit artikel 7:290 van het Burgerlijk Wetboek. Om die reden wordt deze bedrijfsruimte doorgaans aangeduid als “290-bedrijfsruimte”. Alle overige bedrijfsruimte is minder sterk gereguleerd; uitsluitend wordt in artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek ontruimingsbescherming geboden. Deze categorie wordt daarom aangeduid als “230a-bedrijfsruimte”.
Opzegging huur
Zowel bij woonruimte als bij verhuur van 290-bedrijfsruimte is het niet zomaar mogelijk om de huurovereenkomst op te zeggen, zelfs niet na ommekomst van de contractstermijn. Dit is zelfs alleen mogelijk in uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer de huurder zich niet als goed huurder heeft gedragen of als de verhuurder de ruimte dringend zelf nodig heeft. Van dit dringend eigen gebruik is niet snel sprake.
Bij 230-bedrijfsruimte is de opzegging makkelijker, maar kan de huurder zich nog wel bij de rechter op ontruimingsbescherming beroepen. Als de rechter dat verzoek na belangenafweging toewijst, dan mag de huurder de ruimte nog maximaal een jaar blijven gebruiken. Die termijn kan nog twee keer door de rechter met steeds een jaar worden verlengd.
Huurprijs
Ook ten aanzien van de huurprijs zijn er met name bij de verhuur van woonruimte strikte bepalingen. Op basis van een puntensysteem wordt beoordeeld in welke categorie een te verhuren woning valt. Valt deze onder een vastgestelde puntengrens, dan mag geen hogere huurprijs worden gerekend dan de prijs die bij het puntenaantal hoort. Boven de puntengrens is sprake van geliberaliseerde huur en mag een huurprijs worden gevraagd die de verhuurder voor ogen heeft.
Middenhuur in Amsterdam
Met middenhuur wordt de categorie woonruimte bedoeld die weliswaar geliberaliseerd is, maar waarvan het politiek onwenselijk is dat de huurprijzen volledig aan de markt worden overgelaten. Met name in Amsterdam is de regulering van middenhuur een actueel onderwerp. Met name doordat het puntensysteem onder meer wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van de woning, vallen veel woningen in Amsterdam in de geliberaliseerde huursector. Aangezien de vraag naar (huur)woningen erg hoog is, leidt dit tot hoge huurprijzen die niet meer kunnen worden betaald door middeninkomens. Een oplossing voor dit probleem kan niet in het huidige Burgerlijk Wetboek worden gevonden; er zal dan dus een wetswijziging nodig zijn.
Advocaat huurrecht Amsterdam
Heeft u vragen over een zaak met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte of bedrijfsruimte, neemt u dan gerust contact op met ons kantoor. Dat kan telefonisch op nummer 020 – 244 23 25 of per e-mail: [email protected]. Ook kunt u het onderstaande formulier invullen.
Contactformulier
Veelgestelde vragen
Wat houdt het puntensysteem in?
Woningen in Amsterdam worden gewaardeerd aan de hand van een puntensysteem. De punten worden toegekend op basis van de eigenschappen van de woning en de WOZ-waarde. Je kunt het puntenaantal eenvoudig zelf vaststellen. Aan iedere puntenhoeveelheid wordt een huurprijs gekoppeld. Woningen met een huurprijs boven EUR 710,68 zijn geliberaliseerd. Huurders van dergelijke woningen krijgen aanzienlijk minder huurprijsbescherming.
Wat houdt ontruimingsbescherming in?
De wet kent twee soorten huur van bedrijfsruimte. Huur in de zin van artikel 7:290 BW. Dat zijn bijvoorbeeld winkels en horecazaken. Huurders van dergelijke bedrijfsruimte genieten een aanzienlijke bescherming, onder meer voor wat betreft de duur van de overeenkomst en de mogelijkheden tot beëindiging daarvan. Bedrijfsruimte die niet onder de werking van 7:290 BW valt, valt onder artikel 7:230a BW. Huurders van dergelijke bedrijfsruimte hebben aanzienlijk minder wettelijke bescherming. De wet kent hen ontruimingsbescherming toe. Dat houdt kortweg in dat de huurder de kantonrechter kan verzoeken om zijn verplichting tot ontruiming van de bedrijfsruimte met een jaar kan verlangen. De rechter beslist op basis van een belangenafweging van de verhuurder en de huurder. Het verzoek tot verlenging kan in totaal drie keer worden gedaan, waarbij wordt opgemerkt dat de kans van slagen telkens afneemt.